Verwarrend: is het chalcedoon, agaat of jaspis?
Op websites en in boeken over edelstenen vind je vaak de namen agaat, chalcedoon en jaspis. De namen worden nogal eens door elkaar gebruikt, wat verwarring en vergissingen in de hand werkt. Zo heb je bijvoorbeeld turitella-agaat en turitella-jaspis. We kennen bloedagaat en bloedjaspis. En helemaal verwarrend: dendrietenchalcedoon, dendrietenagaat en dendrietenjaspis.
Wat is nou de juiste naam?
Een ding is zeker: chalcedoon, agaat en jaspis zijn alle drie kwarts.
Kwarts is de algemene benaming voor materiaal dat geheel of grotendeels bestaat uit siliciumdioxide (SiO2). De elementen silicium en zuurstof (oxygeen) zijn de meest voorkomende elementen op aarde. Waterheldere bergkristal, bijvoorbeeld, bestaat volledig uit SiO2.
Zie ook: Welke stenen behoren tot de familie bergkristal?
Chalcedoon, agaat en jaspis bestaan bijna volledig uit siliciumdioxide. Ze bevatten ook enkele andere elementen.
Deze extra's bepalen meestal de kleur en de mate waarin licht door het materiaal kan vallen (transparantie).
Wat is chalcedoon?
Microkristallijn betekent dat je de kristallen nauwelijks kunt zien met het blote oog. Je hebt daarvoor een goede microscoop nodig.
Trigonaal betekent dat je drie vlakken ziet als je bovenaf op een kristal kijkt.
Chalcedoon komt betrekkelijk veel voor en is tamelijk hard (hardheid 7 op de schaal van Mohs). Het mineraal vertoont vaak randen en banden, ogen, patronen, en heeft soms dendrieten. En vormt soms rozetten of bloemachtige structuren.
Chalcedoon kan vele kleuren hebben. Deze kleuren chalcedoon hebben vaak eigen namen.
Zo wordt bijvoorbeeld de oranje chalcedoon carneool genoemd, de groene chalcedoon chrysopraas en de zwarte chalcedoon onyx.
Maar de witte, roze en blauwe variëteit worden simpelweg respectievelijk witte chalcedoon, roze chalcedoon en blauwe chalcedoon genoemd.
De blauwe chalcedoon is misschien wel de meest bekende chalcedoon.
Wat is agaat?
De chalcedonen zijn onderverdeeld in subgroepen met een eigen naam. Een grote subgroep is de agaat.
Agaat wordt gevormd in de gasblazen en holtes in magma en lava, waardoor ze altijd randen en banden vertonen. Ze zijn over het algemeen doorschijnend tot doorzichtig, en hebben meestal aardkleuren, zoals geel, oranje, bruin en grijs.
De meeste agaten worden genoemd naar hun kleur of herkomst.
Zo kennen we de witte vredesagaat, de abrikooskleurige abrikoosagaat en de rode vleesagaat en bloedagaat. De botswana-agaat vertoont laagjes in zachte kleurtjes. Deze variëteit komt uit, jawel, Botswana.
Wat is jaspis?
Een andere grote subgroep van chalcedonen is de jaspis.
Jaspis is, in tegenstelling tot agaat, ondoorzichtig. Dit komt doordat jaspis meer vreemd materiaal in zijn kristalrooster heeft gevangen dan agaat.
De jaspis vormt zich in zachte sedimentlagen, waar veel fijn materiaal ingekapseld wordt. Jaspis kan ook fossielen bevatten. Met ingesloten materiaal kan jaspis compacte massa's vormen, met mooie kleuren en patronen.
Voorbeelden van jaspissoorten zijn de heliotroop, de rode jaspis en de gele jaspis. Bekend is ook de cappuccino-jaspis, met lichte en donkerbruine strepen.
Vuistregel
Maar hoe weet je nu of jouw steen chalcedoon, jaspis of agaat genoemd moet worden?
Dit is de vuistregel:
- Ondoorzichtig? Dan is het jaspis. Ieder twijfel is uitgesloten als er bovendien ingesloten fossielen zijn.
- Banden en strepen en niet volledig ondoorzichtig? Dan is het meestal agaat.
- Deels en geheel doorschijnend tot doorzichtig, zonder banden en strepen? Dan noem je het chalcedoon.
Het is soms lastig om vast te stellen of een steen doorzichtig of ondoorzichtig is. Sommige stenen vertonen zowel doorzichtige als ondoorzichtige zones. Hiervoor is de term jaspagaat bedacht. Dit zijn stenen die zowel uit agaat als jaspis lijken te bestaan.
Zie ook: Invloed doorzichtigheid op helende werking edelsteen
Ingeburgerde namen: correct of niet?
Vroeger, toen men belangstelling kreeg voor het verzamelen van stenen en de items in de stenencollectie een naam moesten krijgen, werden de namen agaat en jaspis nogal eens door elkaar gebruikt
Stenen werden vooral op het oog benoemd. Zodra een onbekende steen patronen, strepen of randen vertoonde, werd het bijna automatisch agaat genoemd. Was de steen ondoorzichtig, dan werd het bijna altijd jaspis genoemd.
Niet alles wat agaat heet, is dus echt een agaat. En niet alles wat jaspis heet, is echt jaspis. Toch zijn dergelijke namen vaak ingeburgerd.
Juiste namen
Hieronder een (onvolledige) lijst geaccepteerde namen met agaat en jaspis die min of meer correct zijn.
Bloedagaat: Naam voor rode agaat, soms synoniem voor carneool.
Bloedjaspis: Naam voor heliotroop, een soort jaspis
Blue lace agaat: Handelsnaam voor blauwe chalcedoon met kantachtige streeppatronen. Een blauwe chalcedoon met strepen kun je inderdaad een agaat noemen.
Boomagaat: Deze steen is ondoorzichtig en zou eigenlijk boomjaspis genoemd moeten worden.
Dendrietenagaat: Naam voor dendrietenchalcedoon met strepen.
Dendrietenjaspis: Naam voor deels ondoorzichtige dendrietenchalcedoon.
Mosagaat: Eigenlijk een chalcedoon met ingesloten dendrieten
Turitella agaat: Deze steen bevat fossielen (slakkenhuisjes) en is dus in feite turitella jaspis.
Vredesagaat: Naam voor witte chalcedoon
Onjuiste namen
Hieronder een (onvolledige) lijst van geaccepteerde namen met agaat en jaspis die fout zijn.
Bloemenjaspis: Andere naam voor unakiet. Dit is geen jaspis, maar een graniet.
Dalmatiërjaspis: Geen jaspis, maar een dieptegesteente, een soort porfier.
Detroit-agaat: Dit is zelfs helemaal geen mineraal. Het is oude autolak, die genoeg is uitgehard om 'm te kunnen snijden en polijsten.
Pyrietagaat: Geen agaat, maar een vergroeiing van pyriet en chalcopyriet en soms wat kwarts.
Regenwoudjaspis, oceaanjaspis, ogenjaspis: Geen jaspis, maar variëteiten van rhyoliet, een uitvloeiingsgesteente.