Over Stenen en Edelsteentherapie

.

Helende stenen door de eeuwen heen


Het gebruik van edelstenen, mineralen en gesteentes in de geneeskunde kent een rijke geschiedenis. Door de eeuwen heen hebben mensen voortdurend stenen gebruikt om gezonder te worden. Vaak vanwege de helende effecten, en later ook als materiaal voor het maken van medische instrumenten. Een historisch overzicht in grote lijnen, zonder de pretentie volledig te zijn.

sjamaan stenen uit panamaShamaan-stenen uit Panama, ong. 2000 v.Chr. (foto: Smithsonian Institution)De oudste gegevens stammen uit de steentijd, ongeveer 2,5 miljoen jaar geleden begon. Mensen geloofden dat de natuur bezield was. Sjamanen waren de spirituele leiders en een soort natuurgenezers. Sporadische vondsten van de stenen die sjamanen gebruikten, laten zien dat toen al een helende werking aan stenen werd toegekend.

Ook uit grafvondsten blijkt dat stenen een bijzondere werking hadden voor de mens uit de steentijd. Begraven mensen zijn ingesmeerd met rode oker.

Waarschijnlijk werd al in de kopertijd (ongeveer 5500-3300 v.Chr.) ontdekt dat koper een desinfecterende werking heeft.

De bronstijd kwam daarna (ongeveer 3300-800 v.Chr). Door tin aan koper toe te voegen krijg je brons, een veel harder materiaal. Dat is geschikt om gebruiksvoorwerpen van te maken, zoals messen en bijlen (en later ook medische en chirurgische instrumenten). Voorbeelden hiervan zijn teruggevonden in onder andere Egyptische piramides en graftombes.

  

De Assyriërs (2000-609 v.Chr.) en Babyloniërs (1800-539 v.Chr.) waren knappe doktoren. Zij woonden in Mesopotamië, een rijk dat bestond uit delen van de huidige landen Irak, Syrië en Turkije.

Gevonden kleitabletten met spijkerschrift bevatten recepten en symptoombeschrijvingen van diverse ziektes. Men geloofde dat ziektes veroorzaakt worden door geesten en andere bovennatuurlijke zaken. Het gebruik van amuletten en kralen van diverse mineralen en gesteentes ter bescherming tegen ziektes was een heel normale zaak.

Voor medicijnen voor inwendig gebruik werden vooral planten gebruikt, her en der aangevuld met verpulverde stenen in balsems of drankjes. De mussaru-steen en musu-steen zouden goed zijn om een geest in je nekspieren te verdrijven. Onduidelijk is welke stenen daarmee bedoeld werden.

Zonnegod Shamash, ong. 860 v.Chr., British Museum Ziekte veroorzaakt door zonnegod Shamash genees je met jaspis (foto: Katolophyromai/Wikimedia Commons)

Het eerste lapidarium

Het document Abnu šikinšu (6e eeuw v.Chr.) is het eerst bekende lapidarium, een verzameldocument met beschrijvingen van de therapeutische of magische werking van stenen. Alle beschreven 'stenen' - of ze nu op natuurlijke wijze werden gewonnen of in de oven werden gebakken - hadden hun eigen unieke helende, of juist preventieve werking.

Een voorbeeld: het genezen van ziekte veroorzaakt door de zonnegod Shamash doe je met jašpû (jaspis of chalcedoon), šadânu ṣabtu (hematiet of magnetiet) en ṣurru arqu (obsidiaan of bergkristal).

Een recept voor stenen tegen epilepsie vermeldt bijvoorbeeld een engišu-steen om koude rillingen tegen te gaan. Onbekend welke steen dit is.

De gevonden sieraden uit deze tijd bestaan hoogstwaarschijnlijk uit stenen die genoemd worden in deze recepten.

 

Papyrus met Oud-Egyptisch receptOud-Egyptisch recept op papyrus (foto Ignacio Icke/Wikimedia Commons)Er zijn meerdere bronnen uit het oude Egypte (3300-332 v.Chr.) gevonden die over ziektes, aandoeningen en de behandeling daarvan gaan. Naast de klassieke teksten op papyrus zijn er ook recepten gevonden op aardewerkscherven en stelae (stenen tabletten).
De oudste papyrus is ergens tussen 2500 en 1600 v.Chr. geschreven, de jongste 300 v. Chr.

De medicinaal gebruikte mineralen en gesteenten waren onder andere natron, Egyptisch zout en gemalen alabaster. Dit zijn de ingrediënten van een zalf voor huidklachten, rimpels en vlekken.

Malachiet werd gebruikt voor buikpijn en gebitsproblemen. Buikpijn werd ook bestreden met zetpillen van vermalen barnsteen, galeniet en meel.

Carneool werd gebruikt bij huid- of spierklachten; rode en gele jaspis bij huidziektes en schorpioen- of slangenbeten.

Veel medicijnen bevatten koperpoeder of werden in koperen potten bereid, want men wist dat koper een positieve werking bij ontstekingen heeft.

Cosmetica

egyptisch amuletEgyptisch amulet in de vorm van een olifantkop. ong. 3500-3300 v.Chr. (foto: Met Museum, New York)Cosmetica werd niet alleen gebruikt om jezelf mooi te maken, maar ook om je gezondheid te verbeteren. Oogschaduw gemaakt van verpulverde azuriet en malachiet met koper, of van kleine hoeveelheden amazoniet (met sporen lood), is desinfecterend en beschermt tegen ooginfecties.

Vanaf ongeveer 2000 v.Chr. kwam zwart in de mode als oogmake-up. Grafiet, galeniet, magnetiet en antimoon werken eveneens desinfecterend en werden gebruikten als eyeliner.


Bij de Egyptische geneeskunde werden ook vaak amuletten gebruikt om ziektes te genezen of af te wenden. Voor deze amuletten werden stenen gebruikt die een relatie hadden met het verschijnsel of ziekte waartegen beschermd moest worden. Bijvoorbeeld: roodbruine hematiet had een relatie met bloed, menstruatie en geboorte.

 

Dhanvanrari, Hindoe-god van ayurvedaDhanvanrari, Hindoe-god van Ayurveda (foto: HPNadig/Wikimedia Commons)De traditionele geneeskunst Ayurveda uit India is ergens tussen 1700 en 500 v.Chr. samengesteld en vervolgens regelmatig aangepast naar nieuwe inzichten.

Een belangrijke bron is de Rasaratna Samuccaya, een 13e eeuws (n.Chr.) alchemistisch werk met een opsomming van belangrijke heelkundige mineralen en hun werking. Zo werd bijvoorbeeld diamantpoeder ondere andere om impotentie te genezen. Aquamarijnpoeder werd gebruikt voor longziektes, koorts en bloedarmoede

Interessant is het tekstdeel over klachten en kwalen die met edelstenen te genezen zijn en te voorkomen. Zo zou een robijn, verbonden met de Zon, goed zijn tegen hoofdpijn, huidproblemen en hartziektes. De parel, verbonden met de Maan, zou de bloedsomloop stimuleren en zodoende helpen bij hoesten, kuchen en koorts.

De in de Ayurveda beschreven therapieën worden nog steeds gebruikt in Zuid-Azië. Tot op de dag vandaag worden de inzichten over helende stenen in therapeutische sieraden verwerkt.

Levensenergie

In de loop van duizenden jaren is in China de traditionele Chinese geneeskunde (vaak afgekort tot TCM, Traditional Chinese Medicine) ontwikkeld. Waar de hierboven genoemde ziektes nog als symptoom worden beschreven, is de TCM holistisch: niet het symptoom, maar de hele mens wordt beschouwd.

De TCM is volgens de Chinezen gebaseerd op de Neijing Suwen ('Basisvragen van Inwendige Geneeskunde') en de Bencao Gangmu ('Het Compendium van Medische Materie'). De eerste is het oudst bekende boek over geneeskunde. Het zou al zijn geschreven tijdens de heerschappij van de Gele Keizer (2698 tot 2598 v.Chr.). De Bencao Gangmu stamt uit de 16e eeuw.

traditioneel Chiness symbool voor KiTraditioneel Chinees symbool voor Ki (foto Chris/Wikimedia Commons)TCM streeft ernaar om de Ki - of levensenergie - goed door het menselijk lichaam te laten stromen. In haar medicijnen gebruikt de TCM naast kruiden ook veelvuldig mineralen als cinnaber (kwiksulfide), galena (loodsulfide), orpiment, realgaar en arsenioliet (alledrie arseensulfiden). Bijvoorbeeld:

  • Cinnaber wordt opgelegd of vermalen ingenomen om de potentie te vergroten. Het wordt ook verwerkt in crèmes.
  • Verpulverde barnsteen is goed tegen blaas- en nierziekten.
  • Drakenbotten en -tanden (fossielen!) zijn goed tegen artritis en opvliegendheid.
  • Gips wordt onder andere gebruikt om het zog te stimuleren, en ook tegen buikpijn.
  • Galeniet is goed tegen inwendige parasieten (wormen).

Voor Chinezen is de jade superbelangrijk: jade staat al eeuwen voor geluk, gezondheid, voorspoed en een lang leven. Dat dit geloof nog springlevend is, bewijst het speciaal ondergoed dat tegenwoordig te koop is. Dat bevat kleine ingenaaide magneetjes en jadesteentjes. Dit is bedoeld om de ki te laten stromen. De Chinezen er dol op, men gelooft dat dit ondergoed een probaat middel is tegen onvruchtbaarheid, stoornissen van de bloedsomloop, menstruatieklachten en impotentie.

In het oude Griekenland (ongeveer 800-250 v.Chr.) geloofde men dat mentale en fysieke gezondheid met elkaar verbonden zijn, dat lichaam en geest met elkaar in harmonie moeten zijn. De gemoedstoestand van mensen wordt bepaald door het (gebrek aan) evenwicht tussen vier lichaamssappen (humores): bloed, gele gal, zwarte gal en slijm.

Klachten en kwalen werden toegeschreven aan een teveel of tekort aan bepaalde sappen. Met speciale therapieën werd de balans tussen de vier lichaamssappen weer hersteld.

Egyptische vaas met artsDokter behandelt patiënt. Vaas uit ca. 480-470 v.Chr., te zien in het Louvre (foto: Bibi Saint-Pol/Wikimedia Commons)Bij die therapieën speelden stenen in de vorm van zand, klei en puimsteen een grote rol. Modder- en kleibaden waren geliefd wegens de kalmerende werking en gunstige invloed op de huid. Modder en klei konden bovendien gegeten worden bij inwendige klachten als diarree of constipatie.

Speciale zandbaden en baden in zwavelhoudend water werden gebruikt bij klachten van botten en gewrichten. Zwavelhoudend water  werd ook gebruikt tegen huidziektes en gewrichtspijnen. Voor purgeren werd onder andere antimoon gebruikt.

Bij operaties werden instrumenten van koper of brons gebruikt. Koperpoeder zat als antibacterieel ingrediënt in medicijnen, bijvoorbeeld voor wonden. Medicijnen bevatten kruiden, honing, natuurlijk asfalt en mineralen.

Daarbij was het heel gewoon om magische amuletten te gebruiken om ziektes te behandelen en te voorkomen. De hiervoor gebruikte mineralen zijn vaak kwartsen in verschillende kleuren. De kleur in combinatie met een speciale inscriptie moest het heilzame werk doen.

Onder de Romeinen (ongeveer 800 v.Chr.-500 n.Chr.) werd deze lijn voortgezet.

plinius de oudereFictief portret van Plinius de Oudere uit de 19e eeuw (foto: Geoffrey/Wikimedia Commons)De Romeinse schrijver/wetenschapper Plinius de Oudere (23-79 n.Chr.) schreef in 77 n.Chr. zijn encyclopedie Naturalis historia. Dit boek bevat ook een overzicht van alle toenmalig bekende edelstenen, met hun vindplaats en hun specifieke (en helende) eigenschappen.

Bijvoorbeeld: de rook van brandend git zou een geboorte vergemakkelijken en bespoedigen. Hete azijn waarin een git is meegekookt, is afgekoeld goed tegen kiespijn. Barnsteen is een veelzijdig medicijn, dat je kunt gebruiken bij onder andere keelpijn, slechte ogen, koorts en oorontstekingen.

Plinius noemt ook het opmerkelijke feit dat de wonden van kopermijnwerkers sneller genezen dan die van andere mensen. Hij noemt ook koperhoudend chrysocolla als middel tegen inwendige parasieten. Hij benoemt niet met zoveel woorden dat dit komt doordat koper desinfecterend werkt.

Pedanus Dioscorides (ongeveer 40-90 n.Chr.) was een Griekse arts, farmacoloog en botanicus. Hij was bovendien chirurg in het leger van keizer Nero. Hij schreef een vijfdelig werk over geneeskunde, in West-Europa vooral bekend onder de Latijnse naam De materia medica. Deze encyclopedie over kruidengeneeskunde en geneeskrachtige stoffen is meer dan 1500 jaar uitvoerig gebruikt als naslagwerk.

In deze encyclopedie wordt bijvoorbeeld galeniet in kompressen gebruikt voor wondgenezing, chrysocolla voor het laten groeien van wimpers, en cinnaber voor het stelpen van hevige bloedingen.

Op basis van 4 lichaamssappen

4 lichaamssappen - 4 menstypenDe 4 lichaamssappen, met bijbehorende menstypes. Tot ver in de 18e eeuw populair (foto: Wikimedia Commons)Aelius Galenus of Claudius Galenus (129-216 n.Chr.), was een Romeinse en Griekse arts, chirurg en filosoof uit Pergamum. Hij wordt beschouwd als een van de meest getalenteerde medische onderzoekers uit de oudheid. Hij werkte de geneeskunst op basis van de vier lichaamssappen verder uit.

Een van de middelen die gebruikt werd om de vier lichaamssappen weer in balans te krijgen was purgeren, hiervoor werd antimoon gebruikt.

Om klachten te genezen gebruikte hij wel (verpulverde) edelstenen voor inwendig gebruik. Zo gebruikte hij smaragd tegen epilepsie, cinnaber om bloedingen te stelpen en brandwonden te genezen, en talk in moedermelk bij oogklachten. Puimsteen werd gebruikt bij klachten van het tandvlees, en saffier tegen aambeien.

Galenus was tegen het gebruik van magische en geneeskrachtige amuletten, omdat die niet werkzaam zouden zijn. Maar toch gebruikten de Romeinen nog steeds magische amuletten om bepaalde ziektes te genezen en te voorkomen. Zo zijn er hematiet amuletten uit deze tijd gevonden met een ingekerfde baarmoeder om vruchtbaarheid te bevorderen en bescherming tijdens het bevallen te bieden.

Hildegard van Bingen krijgt visioenHildegard van Bingen tijdens een visioen, miniatuur 1151 (foto: Wikimedia Commons)IIn de 11e en 12e eeuw worden veel klassieke en Arabische medische geschriften vertaald en via de boekdrukkunst over Europa verspreid. In de middeleeuwen werd ziekte nog steeds beschouwd als een verstoring in een of meer van de vier lichaamssappen.

In 1150 schrijft de Duitse abdis, schrijfster en visionaire Hildegard van Bingen (1098-1179) twee medische werken, Causae et Curae ('Oorzaken en remedies') en Physica ('Medicijnen'). Zij beschrijft bevlogen hoe 22 edelstenen en een paar mineralen (albast, kalk) ontstaan uit aarde, water, vuur, wolken en zonlicht. Dat zou ook de geneeskrachtige werking op mens en dier verklaren.

Hildegard wordt beschouwd als de grondlegster van de wetenschappelijke natuurhistorie in Duitsland.

  • Tegen vergiftiging helpt water waarin gewone (geen groene) beril had geweekt
  • De smaragd (groene beril) is goed tegen hartfalen en maagaandoeningen.
  • Slechter wordend zicht bestrijd je door regelmatig warme bergkristal op de ogen te leggen.
  • Verwarmde bergkristal kun je ook op kroep en andere uitstulpingen van hals en nek leggen.


albertus magnusDetail fresco met Albertus Magnus, 1352 (foto: Leinad-Z/Wikimedia Commons)De Duitse filosoof en theoloog Albertus Magnus (ongeveer 1200-1280), een dominicaner monnik, is een van de invloedrijkste mensen uit zijn tijd. Hij werd na zijn dood heilig verklaard. Sint Albertus de Grote werd de belangrijkste heilige van de wetenschappen en uiteraard van de geneeskunde.

Magnus heeft veel geschreven, onder andere over stenen. Zo schreef hij dat Indiase agaten goed zijn tegen dorst en vergiften, en ook uitstekend werken tegen oogklachten. Beril is goed tegen kortademigheid en boeren, leverklachten en vadsigheid. Lapis lazuli is goed tegen malaria quartana (vierdaagse koorts).

Likkepot

Lapidaria gaven in de middeleeuwen recepten over het helen van klachten met edelstenen. Een geliefd edelsteenmiddel was de zogenaamde likkepot of electuarium, een mengsel van honing, kruiden en verpulverde edelstenen. Dit middel werd als een panacee beschouwd, een middel dat alle ziektes kon genezen.

Zo is bekend dat de Engelse koning Edward I (1239-1307) zijn electuarium te laat kreeg en helaas overleed aan difterie (waardoor de apotheker met zijn rekening voor de gemaakte kosten bleef zitten…).

Naarmate de steden dichter bevolkt raakten en de handel zich steeds verder uitbreidde, braken af en toe epidemieën uit (builenpest, pokken, tyfus, influenza). Zo was tijdens de pestepidemieën tussen 1347 en 1352 likkepot een belangrijk geneesmiddel. Nu bleek dat de voorgeschreven geneesmiddelen niet allemaal voldeden.

Ook tijdens de renaissance (1400-1600) werden edelstenen in medicijnen verwerkt. De kennis uit de klassieke Griekse en Romeinse teksten werd in eerste instantie zonder kritische kanttekeningen overgenomen, maar tijdens de renaissance veranderde dat.

portret ParacelsusVermoedelijk portret van Paracelsus, anoniem 17e eeuw (foto: Wikimedia Commons)Een van degenen die kritisch nadachten over de overgeleverde teksten, was de Duitser Paracelsus (ca. 1493-1541), geboren Theophrastus von Hohenheim. Hij was arts, alchemist, theoloog en filosoof, en hield zich ook bezig met alchemie en astrologie. Hij benadrukte dat de overgeleverde medische kennis gebaseerd op de vier ‘humores’, aangevuld dient te worden met persoonlijke ervaring en observatie. Zodoende merkte hij dat sommige voorgeschreven medicijnen in de praktijk niet werkten.

Zijn idee is dat ziekte ontstaat doordat in het lichaam teveel van een bepaalde mineraal zit. Hij legde een verband tussen dosis en effect: de dosis bepaalt of iets ziekmakend is. Hij kon echter niet vaststellen bij welke minimale dosis de zieke kan genezen.

Zijn recepten voor minerale geneesmiddelen legden de basis voor de iatrochemie, een op chemie gebaseerde medische leer. De recepturen die werkzaam waren, bleven behouden; de achterliggende theorie van Paracelsus werd naderhand verworpen. Paracelsus wordt wegens zijn experimenten met minimale doses gif om ziektes te genezen, beschouwd als de grondlegger van de toxicologie (leer van vergiften).

Ook de Deense arts Olaus Wormius of Ole Worm (1588-1654) geloofde in onderzoek en observatie. Hij was de persoonlijke arts van koning Christiaan IV van Denemarken. Ole Worm beschreef bijvoorbeeld de veelzijdigheid van puimsteen: onder andere nuttig als tandpasta en als middel om wonden te laten helen.

Unicornu fossilis ('fossiele eenhoorn', maar eigenlijk mammoetivoor) was volgens Ole Worm goed tegen allerlei ziektes, waaronder ook de builenpest en kwade koortsen. Helaas voor hem klopte dit niet, hij stierf zelf aan de builenpest omdat hij in Kopenhagen bleef om zieken te helpen.

Werken ze wel?

Door de invloed van Paracelsus bekijkt de geneeskunde van de 17e en 18e eeuw ziektes, symptomen en medicijnen steeds meer vanuit een praktisch en empirisch oogpunt: werken ze wel? Dit heeft tot gevolg dat een flink aantal tot dan toe gewaardeerde geneesmiddelen aan het eind van de 18e eeuw overboord worden gegooid. Toch blijven er minerale medicijnen bestaan, zoals het gebruik van antimoon als braak en purgeermiddel.

Tot dan toe vertrouwde men op het medisch onderzoek van Galenus. In 1543 ontdekte de Brusselaar Andreas Vesalius, op basis van eigen empirisch onderzoek, dat veel van de overgeleverde kennis op anatomisch gebied onjuist was. In 1628 beschreef William Harvey de bloedsomloop, ook empirisch gevonden. Anton van Leeuwenhoeck (1632-1723) ontwikkelde de microscoop zoals we die tegenwoordig kennen. Hij ontdekte bacteriën, protozoa, sperma en celweefsels. De lenzen van de microscoop werden gemaakt van fluoriet, bergkristal of glas.

belemnietenFossiele inktvissen, uit collectie Museum Het Land van Valkenburg (foto: Kleon3/Wikimedia Commons)Vertrouwen in de werking van barnsteen, lapis judaicus (fossiele zee-egels), lapis lincis (fossiele inktvissen) en bufonites (paddensteen, fossiele vissentanden) lijkt vanaf het begin van de gedocumenteerde heelkundige werking van stenen tot in de 18e eeuw overeind te blijven.

  • De fossiele inktvissen (belemnieten) werden gebruikt tegen tuberculose, malaria, maag- en darmklachten, oogklachten en blaas- en nierklachten.
  • De fossiele zee-egels werden als poeder ingenomen tegen blaasstenen en andere blaas- en nierklachten.
  • De fossiele vissentanden waren goed tegen ziektes van hart en bloedsomloop. Ze werden gebruikt als tegengif voor alle soorten vergif.
  • Barnsteen werd gebruikt tegen hoogtevrees en duizeligheid, kramp, de pest, allerlei geestesziektes en zelfs tegen gonorroe.


Tijdens de Verlichting (18e eeuw) veranderde de perceptie op stenen nog meer. Men argumenteerde nu dat stenen geen werking konden hebben. Ondanks dat bleven stenen toch in gebruik voor sommige medicijnen, en bleven ze toch in trek als amulet.

De ideeën van Galenus en Paracelsus over de vier lichaamssappen en het gebruik van (amuletten van) magische en helende steen bleven tot diep in de 18e eeuw van invloed. De wetenschap verandert dan razendsnel. De waarde van logisch nadenken en empirisch onderzoek worden steeds groter.

Tegen het einde van de Wetenschappelijke Revolutie (rond 1815) was de wereld van boeklezende filosofen veranderd in twee werelden.

Enerzijds ontstond er een nieuwe mechanische, wiskundige wereld die berekend en bekend kon worden door experimenteel, empirisch onderzoek. Die manier van kijken leek al heel veel op onze moderne wetenschap.De huidige wetenschap wil de ervaren werkelijkheid op een systematische en gedegen wijze onderzoeken en proberen te begrijpen. Daarmee kan men de werkelijkheid zoals de natuur soms beheersen en voorspellen. Dit werd pas halverwege de 19e eeuw standaard.

Anderzijds bleef de historische visie op medicijnen in gebruik. Die oude wereld hield vast aan de beproefde medicijnen gebaseerd op kruiden en stenen. Enkele voorbeelden: kaliumbichromaat tegen syfilis en als braakmiddel, rode Zwavelantimoon tegen tandsteen, leverklachten en huidklachten, vaak in combinatie met een kwikhoudend mineraal.

Beproefde middelen

mooie resultaten met bergkristalMooie resultaten: bergkristal helpt tegen PDS en winderigheidZoals dat vaak gaat, schoot men door in de wetenschappelijke benadering. Gedurende de 20e eeuw had men het idee dat een medicijn alleen voorgeschreven mag worden als de werking wetenschappelijk bewezen is.

Sommige klachten en kwalen kunnen echter niet verholpen worden met de reguliere medicijnen. Mensen grijpen toch terug naar beproefde middelen die door overlevering bewaard zijn gebleven.

Medicijnen die eerder als ‘folkloristisch’ en niet wetenschappelijk verantwoord werden beschouwd, worden nu onderzocht en krijgen steeds meer populariteit. Bijvoorbeeld de desinfecterende werking van zilver is opgenomen in het ‘verantwoorde’ assortiment geneesmiddelen. Mensen met bloedarmoede krijgen medicatie met ijzer.

Succesvol

In Nederland wordt edelsteentherapie - in tegenstelling tot Duitsland - afgedaan als kwakzalverij. Dat is jammer, want toegepast in samenspraak met een edelsteentherapeut geeft de edelsteentherapie toch zeer vaak mooie resultaten. IJzerstapelingsziekte bijvoorbeeld is succesvol behandeld met hematietwater. Hielsporen zijn behandeld met aluminiumhoudende mineralen. Bergkristal werkt tegen PDS (Prikkelbare Darm Syndroom) en winderigheid.

Het mooist is als reguliere therapie gecombineerd wordt met edelsteentherapie. Bijwerkingen van reguliere medicijnen zijn namelijk goed te bestrijden met edelsteentherapie.

Daarnaast geldt natuurlijk dat de doorsnee huis-, tuin- en keukenklachten goed te bestrijden zijn met edelsteentherapie. Als een kwaal met een steen te verhelpen is, is dat te prefereren boven chemische geneesmiddelen met bijwerkingen.

In medische instrumenten

Ondertussen werden en worden stenen gebruikt in (wetenschappelijke) instrumenten die ook weer worden ingezet om mensen te helpen genezen van ziektes.
Om maar een paar voorbeelden te noemen:

  • Als hardste natuurlijk mineraal kent diamant een zeer grote verscheidenheid aan gebruik in apparaten en instrumenten. Bekend is natuurlijk diamant op de snede van messen en zagen. De tijdens operaties gebruikte scalpels hebben meestal flinterdun laagje diamantpoeder om ze langer scherp te houden.
  • Voor bepaalde oogoperaties worden liever scalpels van obsidiaan gebruikt, die nog scherper zijn, een minder rafelige snee hebben en daardoor minder trauma aan het weefsel veroorzaken. Dat maakt dat incisies sneller genezen, met minder littekenweefsel.
  • Granaat wordt het meest gebruikt in lasers, in de vorm van YAG. YAG staat voor yttrium-aluminium-granaat. Voor oogoperaties werden eerst robijnlasers gebruikt, die zijn nu grotendeels verdrongen door de YAG-laser. Robijnlasers worden nog wel gebruikt voor het verwijderen van tattoos, littekenweefsel en moedervlekken.
  • Barium uit bariet wordt gebruikt voor contrastvloeistoffen, in de vorm van bariumpap als er onderzoek van de darmen gedaan moet worden in het ziekenhuis.